Leiderschap in de academie
Er wordt veel meer van leidinggevenden verwacht dan een aantal jaren geleden. Leidinggevenden worden geacht mee te denken over strategie en de rol van de universiteit in de wereld. Daarnaast hebben zij de verantwoordelijkheid om de interne en externe samenwerking goed te organiseren. Niet onbelangrijk: aandacht voor een gezond werkklimaat. Allemaal onderwerpen waar wetenschappers weinig ervaring mee hebben en zich soms onzeker over voelen.
Wij ontwerpen leiderschapsprogramma’s vanuit de volgende drie gedachten:
Kritisch blijven op jezelf
Wetenschappers zijn intrinsiek zeer gedreven om het beste te geven in onderzoek, onderwijs en patiëntenzorg – net als hun collega’s van de professionele staf. Maar goede intenties kunnen ook ongewenste effecten hebben.
Zelfreflectie, feedback, collegiale consultatie en open uitwisseling met andere leidinggevenden helpen om kritisch te zijn op jezelf en je interventies zorgvuldig te overwegen.
met je handen op je rug
Wetenschappers lossen graag problemen op. Fundamentele en toegepaste problemen en alles ertussen in. Op enig moment neem je ook coördinerende taken op je en gebruik je onbewust dezelfde competenties als in de wetenschap: een probleem snel doorgronden, de beste oplossing bedenken en testen.
In de rol van leidinggevende is het juist de kunst om de ander(en) in stelling te brengen en tot actie te bewegen.
Je collega is je beste adviseur
In de dagelijkse praktijk van de academisch leidinggevende roept het openlijk benoemen van twijfels of een gevoel van ongemak op. Je denkt misschien de enige te zijn met niet-inhoudelijke vraagstukken?
In onze programma’s merken deelnemers al snel dat anderen met precies dezelfde vragen worstelen. Dat schept vertrouwen om de echte pijnpunten op tafel te leggen. Zo wordt gezamenlijke knowhow, kennis en ervaring optimaal benut.
Onze expertise
Leiderschap in de academie
Leidinggevenden spelen een cruciale rol in het scheppen van een gezond werkklimaat. Benieuwd hoe anderen het doen, hoe ze dat op andere faculteiten doen? Hoe je leiding kunt geven zonder jezelf weg te geven? Voor dit type vragen en dilemma’s ontwerpen we leiderschapsprogramma’s vanuit de volgende gedachten.
Kritisch blijven op jezelf
Wetenschappers zijn intrinsiek zeer gedreven om het beste te geven in onderzoek, onderwijs en patiëntenzorg – net als hun collega’s van de professionele staf. Maar goede intenties kunnen ook ongewenste effecten hebben. Zelfreflectie, feedback, collegiale consultatie en open uitwisseling met andere leidinggevenden helpen om kritisch te zijn op jezelf en je interventies zorgvuldig te overwegen.
Leidinggeven ‘met je handen op je rug’
Wetenschappers lossen graag problemen op. Fundamentele en toegepaste problemen en alles ertussen in. Op enig moment neem je ook coördinerende taken op je. Je gebruikt onbewust dezelfde competenties als in de wetenschap: een probleem snel doorgronden, de beste oplossing bedenken en een besluit nemen.
In de rol van leidinggevende is het juist de kunst om de ander(en) in stelling te brengen en tot actie te bewegen. Dit vraagt om andere vaardigheden dan analyseren, doceren en onderzoeken.
Je collega is je beste adviseur
In de dagelijkse praktijk van de academische leidinggevende roept het openlijk benoemen van twijfels of onzekerheden een gevoel van onvermogen en ongemak op. Je denkt misschien de enige te zijn met issues en er alleen voor te staan.
In onze programma’s merken deelnemers al snel dat anderen met precies dezelfde vragen worstelen. Dat schept vertrouwen om de echte pijnpunten op tafel te leggen. Zo wordt gezamenlijke knowhow, kennis en ervaring optimaal benut.
Onze expertise